SAUNATechnics. De eerste fabrikant van het sauna-gaskachel onderdruksysteem.
De keuze voor uw sauna-gaskachel is enorm belangrijk. Elk kachelsysteem uit de Classic-line wordt als uniek model door ons ontworpen. De basis is echter altijd gelijk. één of meerdere gasbranders verhitten een door een ventilator in onderdruk gebrachte piramide al of niet met eindbuis. (Een eindbuis verhoogt het energie-rendement van het saunakachel-systeem).
De grootte van de piramide, de plaats van de piramide, de branders, de hoeveelheid branders en de loop van de eindbuis hangt af van uw situatie en het gebruiksdoel. Zo heeft een saunakachel voor opgietingen (de Löyly-saunakachel of Aufguss-saunakachel) over het algemeen net wat meer vermogen nodig, zodat deze in korte tijd een grote hoeveelheid water kan laten verdampen. De saunakachels van SAUNATECHNICS zijn in de basis al uitermate geschikt voor opgietingen.
De piramide wordt gevuld met natuursteen om een warmtebuffer te creëren en omkleed naar wens. Zo ontstaat er een unieke uitstraling die past binnen de sfeer van uw sauna en bedrijf.
De ETNA en OLYMPIC sauna-gaskachels zijn berust op hetzelfde principe. De beiden saunakachels hebben daarentegen altijd één brander en geen eindbuis. De ETNA en OLYMPIC zijn ontworpen na het succes van de ‘Classic-lijn’ en de vele vragen van klanten betreft lage vermogen dat nodig is om de deze te kunnen plaatsten in kleinere sauna’s. Ga voor meer info over de ETNA en OLYMPIC naar: WWW.SAUNAGASHEATING.COM.
Wanneer er een warmtevraag is, zal de temperatuurregeling de ventilator laten lopen. Als er voldoende zuigkracht ontstaat bij de branders (bij CLASSIC lijn is 5-6 mbar ideaal), zal een luchtdrukschakelaar de voeding (230 V) van de gasbrander inschakelen.
Een branderautomaat is het intelligente hart van de gasbrander. Ze regelt wanneer gas mag stromen, ontstoken kan worden en geeft tevens eventuele storingssignalen af. Na een voorspoeltijd zal de gasklep geopend worden.
Het vrijkomende gas vermengt zich met de aangezogen verbrandingslucht tot een brandbaar mengsel. Dit mengsel stroomt door de branderkop, tot in de branderbuis en wordt ontstoken tot een gasvlam. Een ionisatiebeveiliging controleert of het gas ook daadwerkelijk verbrand wordt. Indien geen vlam ontstaat of als de vlam uitwaait zal het gastoevoer direct door de ionisatiepen worden afgesloten.
Alleen bij voldoende onderdruk zal het gas dus kunnen stromen en kan de brander ontsteken. Bij afwezigheid van onderdruk zal de gasbrander dus uitschakelen en wordt een onveilige situatie voorkomen.
De buizen van de piramide van stalen buizen wordt verhit tot circa 400-450°C. De buizen geven zowel stralings- als convectiewarmte af.
Nadat de vlam en de hete gassen de stalen piramide verlaten hebben, kan de dan nog hete verbrandingslucht door een eindbuis vervoerd worden. Deze eindbuis ligt ca. 10 cm boven de vloer (zodat de vloer zonder problemen schoongemaakt kan worden) en zorgt ervoor dat de hete verbrandingsgassen tevens warmte kunnen afgeven aan de saunaruimte. Dit betekent een extra benutting van de toegevoerde energie, waarmee het rendement verder verhoogd wordt.
De onderdruk wordt opgewekt met een onderdrukventilator aan het eind van het buizenstelsel. De gebruikte ventilator is geluidsarm en hittebestendig.
Het piramidedeel bestaat uit een stalen buis dat in een piramidevorm is gelast. De piramidevorm zorgt voor een betere warmteafgifte naar boven toe en een groter contactoppervlak bij een opgietsessie. De piramide is ook in delen te leveren zodat de kachel gemakkelijk in een sauna met kleine deur binnengebracht kan worden.
Ter bescherming van de afwerking om de kachel, wordt geadviseerd een mantel om de kachel te plaatsen. Deze schermt een gemetselde of gelijmde muur af van de infraroodstraling van de hete kachel. Door deze hitte kunnen op den duur namelijk scheuren in het metselwerk ontstaan. Op de mantel wordt tevens een metaalrooster te bevestigd, waar opgietstenen opgelegd kunnen worden.
Vooral bij het gebruik van deze kachel als opgietkachel, is het van belang dat de piramidekachel met een warmtebuffer wordt opgevuld. Meestal worden hiervoor (natuur)stenen gebruikt. Doordat deze stenen een hoge temperatuur aannemen zal de kachel bij het opgieten niet direct afkoelen en is een goede stoomproductie gegarandeerd.
Een eindbuis is niet noodzakelijk. Het gebruik van onderdrukbranders betekent juist dat de branders zich aanpassen aan de zuigkracht. Wel zal de uitgangstemperatuur dan hoger zijn en de energiebesparing minder.
De bedrijfszekerheid en veiligheid van een sauna-gaskachel zijn mogelijk wel de meest belangrijke aspecten bij de aanschaf van een saunakachel. Daar besteed SAUNATECHNICS dan ook veel aandacht aan. Jaarlijks wordt bij SAUNATechnics een productenkeuring gedaan door KIWA keuringsinstantie. De sauna-gasbranders worden met variabele vermogens geleverd van 9 kW tot 32 kW. Voor de uitlevering van de brander, wordt er een testrapport gemaakt waarin de testwaarden van de brander zijn vermeld. Wij durven rustig te roepen dat een veiliger systeem op dit moment niet verkrijgbaar is. En dat leggen wij u hierna graag uit:
Allereerst zitten er in elke gasbrander twee luchtdrukschakelaars voor de voeding van de brander. De eerste luchtdrukschakelaar zorgt ervoor dat de gasbrander pas bij voldoende onderdruk, zal inschakelen. Mocht de ventilator defect raken, onbedoeld uitschakelen, of een blokkade in het systeem optreden, dan zal de luchtdrukschakelaar de gasbrander uitschakelen en de zuigkracht bij de gasbrander verdwijnen.
De Tweede schakelaar is een enorm belangrijke luchtdrukschakelaar welke de veiligheid garandeert. Hierin zijn de gasbranders van SAUNATechnics uniek. De luchtdrukschakelaar monitort, doormiddel van een console op de inlaad van de branderbuis, dat deze niet verstopt of afgesloten kan worden. Mocht dit het geval zijn dan zal de brander direct uitvallen, dankzij deze luchtdrukschakelaar. Zonder deze beveiliging zou er een implosie kunnen ontstaan in de branderbuis, door de ophoping van lucht en gas.
Doordat veiligheid bij ons voorop staat hebben wij samen met KIWA keuringinstituut veiligheidsnorm aangepast.
Na het inschakelen van de gasbrander zal eerst een voorspoeltijd aangehouden worden. Mochten er door welke oorzaak dan ook restgassen in de branderbuis bevinden, dan worden deze door de ventilator afgezogen. Hiermee wordt voorkomen dat bij het ontsteken van de gasvlam , restgas ongecontroleerd vlam kan vatten en een onbedoelde steekvlam veroorzaakt.
Het toepassen van een onderdrukbrander heeft als effect dat bij een ongepland gat of opening in het systeem er geen verbrandingslucht uit de buis in de sauna kan komen. Er wordt slechts lucht uit de sauna in de buis gezogen. Hoewel de werking van het systeem als geheel daardoor minder wordt, zal hier dus geen onveilige situatie kunnen ontstaan. In extreme gevallen, waarbij de buis onderbroken zou worden, zal de onderdrukschakelaar in de gasbrander de gastoevoer direct onderbreken.
Het gasblok dat is toegepast in de gasbrander heeft twee kleppen (één open/dicht en één regelbaar). Het defect raken of blokkade van één spoel kan dus niet tot een ongewenste gasstroom leiden omdat er een tweede klep is.
Een ionisatiebeveiliging controleert of het gas ook daadwerkelijk verbrand wordt. Indien er geen vlam ontstaat of als de vlam uitwaait, zal de ionisatiepen afkoelen en de gastoevoer direct afsluiten. De brander van SAUNATechnics heeft alleen een bougie nodig, waarbij geen extra ionisatie pin meer nodig is. (In het verleden viel deze regelmatig in storing, maar dat probleem is opgelost)
Bij de onderdrukventilator wordt een motorbeveiligingsschakelaar geleverd die de ventilator zal uitschakelen, wanneer de waaier vastloopt of te zwaar gaat lopen. Hierdoor zal de motor niet oververhit worden. De motorbeveiligingsschakelaar schakelt de ventilator en daardoor de branders ogenblikkelijk uit.
De saunaregeling bestaat uit een thermostaatregeling met een temperatuursensor en een veiligheidssensor. De veiligheidssensor hoort dichtbij de kachel te hangen. Wanneer de temperatuur te hoog oploopt (bijv. door een foutieve meetwaarde), zal deze temperatuurbeveiliging smelten. De fysieke smeltwaarde is ongeveer 120-130 ˚C en zal een onderbreking in het circuit veroorzaken. De saunaregeling zal direct uitschakelen. Vaak wordt voor het comfort tevens een bankvoeler toegepast. De gemiddelde temperatuur wordt dan als regeltemperatuur genomen.
De Sauna gaskachel van SAUNATechnics is dus niet alleen een veilig systeem (er kunnen nooit verbrandingsgassen in de saunaruimte komen), maar ook een nog zuinig systeem.
De benodigde onderdruk, wordt aan het einde van de eindbuis opgewekt door een onderdrukventilator. Deze zuigt zowel het gas, de verbrandings- en de transportlucht aan. In de gasbrander zorgt een door nul-druk geregeld gasblok, voor een vaste verhouding van het gas/luchtmengsel. Dit zorgt er tevens voor dat het vermogen van het systeem aangepast kan worden, door de onderdruk aan te passen.
Door het gebruik van onderdrukbranders is het ook mogelijk om meerdere branders tegelijkertijd te gebruiken. Zo zijn de sauna gaskachels beschikbaar met één, twee, drie of vier branders, De branders kunnen in verschillende vermogens geleverd worden. Vanaf 9 tot 32 kW, afhankelijk van uw saunacabine. Een andere mogelijkheid is om meerdere gaskachels te combineren en op één eindbuis aan te sluiten. De warmte zal dan extra goed benut worden.
De SAUNATechnics gasbrander is geschikt voor diverse soorten gas. Meest gebruikelijk is aardgas (zowel hoog-calorisch. Duits/Russisch gas) , maar ook laag-calorisch (Noordzee/Nederlands). Andere gassen zijn ook mogelijk, bijvoorbeeld propaan (50 mbar) en butaan gas.
De branders zijn verkrijgbaar in de variabel vermogens van 9 kW tot 32 kW.
De saunagaskachels zijn als compleet systeem gekeurd volgens Europese normen (EN 419) door het gerenommeerde KIWA gas keuringsinstituut.
Bij de SAUNATechnics saunakachel is de onderdruk ofwel de zuigkracht de drijvende kracht achter de gasbranders. Deze onderdruk wordt door een onderdrukventilator (ook wel vacuümpomp genoemd) aan het einde van het systeem gecreëerd. Tevens dient deze ventilator voor het afvoeren van de rookgassen.
Het toegepaste type ventilator is geluidsarm en voorzien van een extra hittekering voor gebruik bij een sauna. Door het toepassen van een 230 V motor is geen extra zware voeding nodig voor de saunagaskachel.
Afhankelijk van het aantal branders worden twee types ventilatoren gebruikt: Type E10 voor gebruik bij één gasbranders (vanaf 21 kW tot 32 kW systeem met beperkte lengte eindbuis) en type E2 voor gebruik bij twee of meer branders of systemen met een langere eindbuis.
Wanneer het systeem goed is gemonteerd, dan zou met de juiste ventilatorkeuze een onderdruk van 5-6 mbar moeten ontstaan bij de gasbrander. Wanneer dit hoger is, dan kan de zuigkracht met een regelklep in de afgaande kant, worden ingeregeld. Overigens zal de ventilator in koude toestand altijd een hogere onderdruk opwekken dan in warme toestand. Dit vanwege het feit dat warmere lucht ijler is en de ventilator hier gemakkelijker ‘doorheen slaat’. Dit verschil is ca. 1 mbar.
De ventilator dient aangesloten te worden met een motorbeveiligingsschakelaar. Optioneel is een geluidsdemper op de uitblaasmond om het geringe geluid nog verder terug te dringen. Vanwege de hoge temperaturen bij een normaal saunabedrijf dient de ventilator met de eindbuis verbonden te worden met een rvs slang, om te voorkomen dat trillingen te horen zijn in de saunaruimte. Bij voorkeur dubbel gecoat, zodat condens niet voor roestvorming op de metalen spiraal zal zorgen.
De verwarmingsspiraal is de warmtebron waarmee de saunaruimte verwarmd wordt. De hete lucht die door de gasbrander(s) wordt gemaakt, wordt door de ventilator door de buizen gezogen. De metalen buizen worden sterk verhit en geven op hun beurt de warmte af aan de grote buffer periodietstenen. Deze stenen geeft de warmte weer af aan de saunaruimte. Direct achter de gasbrander en de verbrandingskamer, zullen de buizen het heetste zijn. De temperatuur van de buis kan hier oplopen tot ruim 400˚C. Verder in het buizenstelsel zal de temperatuur zakken tot ca. 100˚C. Dit is bij het verlaten van de kachel. D.m.v. een eindbuis of een warmtewisselaar kan deze warmte nog benut worden voor de sauna.
De eindbuis (ook wel staartpijp genoemd) is het deel van het buizensysteem tussen de uitgang van de verwarmingsspiraal en de ventilator. In de meeste gevallen ligt deze eindbuis onder de saunabanken.
Het toepassen van deze eindbuis zorgt ervoor dat de hete lucht die nog uit de spiraal komt verder afgekoeld wordt tot ca. 80 °C. Deze warmte wordt dan afgegeven aan de saunaruimte in plaats van naar buiten geblazen te worden. Hierdoor wordt het rendement van de saunakachel nog verder verhoogt.
Tevens zorgt de eindbuis ervoor dat de warmte beter verdeeld wordt in de gehele saunaruimte. De warmte komt niet alleen van één centrale kachel maar ook onder de banken vandaan.
Als laatste punt, zorgt de lagere uitblaastemperatuur dat de levensduur van de ventilator verlengd wordt.
De lengte van de eindbuis wordt over het algemeen bepaald door de afmeting van de saunaruimte en de plek van de kachel.
Normale lengtes variëren tussen 6 en 18 meter. Een eindbuis is aan te raden, maar niet noodzakelijk. Mocht er in een bepaalde saunaruimte geen eindbuis mogelijk of gewenst zijn dan kan deze weggelaten worden.
De gasbranders en de ventilator worden door een saunaregeling aangestuurd. Er zijn veel verschillende saunaregelingen te verkrijgen. Enkele hiervan zijn speciaal ontwikkelt voor gaskachels. De standaard regeling voor de Classic line kachels, is de FCU3000 regeling.
De saunaregeling kan bij de gasbranders geplaatst worden, of in een aparte technische ruimte. De bekabeling mag max ca. 60 meter lang worden.
In deze regeling is tevens een mogelijkheid opgenomen om de gasbranders in twee groepen te schakelen. Op deze manier kan vlak voor het bereiken van de ingestelde saunatemperatuur één groep uitgeschakeld worden (tweetrapsregeling). De andere groep zal de sauna op een gelijkmatige manier verwarmen tot de gewenste temperatuur bereikt is.
De regeling heeft één of twee temperatuursensors ofwel ‘saunavoelers’. Bij een kleine sauna is één voeler (gecombineerd met een over-temperatuur-beveiliging) voldoende. Bij een grotere sauna zou één voeler bij de kachel geen representatieve temperatuur weergeven. Daarom wordt er in dat geval nog een tweede voeler geplaatst in een hoek van de sauna (meestal boven een saunabank, vandaar de naam “bankvoeler”).
Transportlucht is de lucht die nodig is om de warmte van de gasvlam door het buizensysteem te verspreiden. Het totale oppervlakte van deze gaten is van invloed op de temperatuur van de buizen en dus de kachel. Deze lucht wordt aangezogen onder de brander, aan het eind van de verbrandingskamer. Hierop is een transportluchtplaat gemonteerd, met een aantal gaten (2 stuks). De grote van deze gaten is aangepast aan het vermogen van de brander.
De rookgassen aan het eind van het systeem bestaan uit de verbrandingsgassen vermengd met de transportlucht. De temperatuur is, afhankelijk van het systeem, rond de 80 ˚C. Een eventuele schoorsteen of rookgasafvoer dient dus uit materiaal te bestaan dat geschikt is voor gebruik bij deze temperatuur. Kunststof is zeker niet geschikt. Een gekeurd schoorsteensysteem bestaande uit dikwandig aluminium buizen en bochten kan naar wens worden bijgeleverd.
Een onderdrukbrander zorgt dat de verbrandingslucht wordt aangezogen. Het gebruik van een filter is mogelijk, maar deze dient ook weer bewaakt te worden op verstopping. In de standaarduitvoering gaat de aangezogen verbrandingslucht dus ongefilterd de gasbrander in. Het beste onderhoud is dan ook het schoon-en stofvrij houden van de verbrandingskop.
Omdat voorkomen beter is dan genezen, raden wij aan om de branders met een slang of kanaal te verbinden met (schone) buitenlucht. Schone lucht is tenslotte zeer belangrijk voor een mooie schone verbranding.
De eindbuizen worden over het algemeen onder de saunabanken aangebracht en zijn voor het publiek niet zichtbaar. De piramide kan (deels) opgevuld worden met natuursteen om de warmtebuffer te vergroten. Dit is zeker belangrijk bij grote opgietsessies, waarbij een aanzienlijke hoeveelheid water in korte tijd moet verdampen.
De mantel (buitenzijde) rond de piramide (spiraal) laat een grote mate van vrijheid voor het design over.
Hieronder volgen een aantal voorbeelden van saunakachels van projecten uitgevoerd door SAUNATechnics.